Bij overlijdensschade komen de volgende schadeposten voor vergoeding in aanmerking.
Uitvaartkosten
De kosten van de uitvaart moeten door de aansprakelijke partij worden vergoed. In de wet is opgenomen dat de aansprakelijke partij de kosten van de begrafenis of crematie moet vergoeden, voor zover deze kosten in overeenstemming zijn met de leefomstandigheden van de overledene. Dit is per situatie verschillend.
In de praktijk worden naast de gebruikelijke kosten zoals de kosten voor de begrafenisondernemer, kist en dienst ook de bijkomende kosten vergoed. Denk hierbij aan de kosten voor een grafsteen of urn, kosten voor bloemen en rouwkaarten. Er wordt ook gekeken naar de religieuze of culturele achtergrond van de overledene. Zo kan het voorkomen dat een begrafenis in het buitenland worden vergoed inclusief de reis- en verblijfkosten, zoals hotelkosten en vliegtickets.
Als er een uitvaartverzekering was dan wordt de hoogte van de verzekeringsuitkering in mindering gebracht op de schadevergoeding die de aansprakelijke partij moet betalen.
Gederfd levensonderhoud
Als de overledene een inkomen had dat wegvalt door het overlijden ontstaat er een grote schadepost. Er is dan sprake van gederfd levensonderhoud in geld. Het weggevallen inkomen komt als schade voor vergoeding in aanmerking.
Het kan ook zijn dat de overledene een bijdrage leverde aan de opvoeding van de kinderen, het huishouden of werkzaamheden in de tuin. Als die bijdrage wegvalt kunnen de kosten voor de nabestaanden hoog oplopen. Als nabestaande zul je voor die taken voortaan hulp moeten inschakelen. Je kunt denken aan extra kosten voor kinderopvang, huishoudelijke hulp, een hovenier, schilder of aannemer. Dit gaat al snel om grote bedragen. Er is dan sprake van gederfd levensonderhoud in natura. Ook deze schadepost komt voor vergoeding in aanmerking.
Er wordt bij de berekening gekeken naar de behoefte van de nabestaanden. De nabestaanden moeten op hetzelfde (financiële) niveau kunnen doorleven als voor het overlijden. Dat is het uitgangspunt.
Affectieschade of immateriële schade
Als nabestaande kun je sinds 1 januari 2019 ook smartengeld claimen na het overlijden van een dierbare of familielid. Deze vergoeding noemen we affectieschade. Het betreft een vergoeding voor het verdriet van de nabestaanden. Als nabestaande kun je aanspraak maken op een bedrag tussen de € 12.500,00 en € 20.000,00. In het Besluit vergoeding affectieschade is een tabel opgenomen waaruit blijkt op welk bedrag je aanspraak kunt maken.